Vorm van begeleiding

In de justitiële jeugdinrichtingen gebruiken als basismethodiek YOUTURN. Dit is dan ook de vorm van begeleiding die wordt gegeven.

YOUTURN is een landelijke methodiek die duidelijkheid en continuïteit brengt. Het zit verwerkt in de dagelijkse routine en handelen van medewerkers. Daarbij wordt de cliënt voorbereid om te zorgen voor een geslaagde resocialisatie. Het bestaat uit vijf fases, het aantal dat iemand moet doorlopen hangt af van de verblijfsduur in de inrichting. De eerste drie fases zijn binnen de inrichting; de laatste twee buiten de inrichting.

 

De kenmerken van YOUTURN zijn als volgt:

  • Er is aandacht voor systeemparticipatie.
  • Het leefklimaat wordt veiliger gemaakt met behulp van groepsbijeenkomsten
  • Er zijn frequente gesprekken tussen jongere en hun mentor over het gedrag op de leefgroep en er worden meetbare leerdoelen opgesteld en besproken
  • De jongere leren om te gaan met boosheid, lastige morele keuzes maken en de leren sociale vaardigheden
  • De jongeren helpen elkaar, begeleid door trainers, om moeilijke situatie op te lossen.

 

Tijdens het verblijf in een JJI wordt elke vier maanden een  nieuw  perspectiefplan  opgesteld,  zodat  doelen kunnen  worden  bijgesteld.  De  jongere  krijgt  meer zelfstandigheid  en  verantwoordelijkheid  en  mag  de inrichting  tijdens  verlof  tijdelijk  verlaten.  Eerst onder begeleiding van een medewerker en als dat goed gaat mag de jongere zelfstandig naar buiten.

 

De fases

Fase 1

Instroomprogramma:

  • 0 tot 3 weken;
  • Er wordt geobserveerd
  • Informatieanalyse
  • Stabiliseren
  • Eerste perspectiefplan wordt opgesteld

De jongere maakt kennis met de inrichting en leert de medewerkers kennen en de medewerkers de jongere. Er wordt gekeken naar de informatie over de jongere en er wordt nog meer verzameld. Samen wordt het perspectiefplan opgeteld. In dit plan staat waar de jongere de komende fase aan gaat werken. De jongere krijgt een mentor toegewezen die he begeleidt. De jongere verblijft ondertussen in de inrichting en neemt deel aan het dagprogramma op de leefgroep.

 

Fase 2

Stabiliseren en motiveren:

  • 10 tot 12 weken
  • Tweede perspectiefplan
  • Vaardigheid- en ontwikkelingsprofiel worden opgesteld
  • Systeemparticipatie wordt naar voren gebracht

In deze fase is het dagprogramma voor de jongere volledig ingevuld. Op een werkdag volgt de jongere onderwijs op school in de inrichting. Daarnaast leert hij vaardigheid zoals bijvoorbeeld het bed opmaken en goed luisteren naar anderen. Vervolgens starten groepsbijeenkomsten van TOPs!. In dit programma krijgen de jongere moeilijke situatie voorgelegd van een groepsgenoten. Samen met de begeleiding va trainers, adviseren zij elkaar hoe om te gaan met dilemma’s.

 

Fase 3

Persoonlijke ontwikkeling

  • Uitvoering twee (en volgende) perspectiefplan
  • Minimaal elke 4 maanden een bespreking van het perspectiefplan en aanpassing
  • Gedragsinterventies
  • Verlof

Na 12 weken start fase 3. Meestal heeft de rechter dan een uitspraak gedaan en is bekend hoelang de jongere in de inrichting zal verblijven. Persoonlijke ontwikkeling staat centraal in deze fase. Deze periode is dan ook verschillende per jongere. Hij kan bijvoorbeeld werken aan het omgaan met delicten, keuzes maken en hoe hij naar zichzelf kijkt. Daarnaast zijn er ook interventies die jongeren samen ouders of het gezin doen. Denk hierbij aan het leren problemen bespreekbaar te maken.

 

De vooruitgang in de behandeling en de risico’s op problematisch gedrag op de korte en lange termijn zijn bepalend voor de start van het verlof in fase 3. Verlof is geen recht en kan ook niet gezien worden als vrije tijd. Het is een onderdeel van de behandeling. Het is een stapje naar een verantwoorde, geleidelijke terug in de maatschappij.

 

Fase 4 (buiten de inrichting)

Scholings- en trainingsprogramma

  • Scholing
  • Werk
  • Therapie en/of trainingen
  • Vrije tijd
  • Inbedding sociaal netwerk

Er wordt gekeken wat er nodig is voor een goede manier om terug te keren in de samenleving. Ook wordt er gekeken naar hoe de jongere hierop voorbereid kan worden.

De jongere komt in aanmerking voor het scholings- en trainingsprogramma (STP). Dat betekent dat er minimaal 26 uur per week activiteiten zijn die zich richten op scholing, werk, therapie en/of trainingen, vrije tijd of het sociale netwerk tijdens een STP verblijft de jongere 7 dagen per week buiten de inrichting.

 

Fase 5 (buiten de inrichting)

 (Verplichte) nazorg

  • Uitstroom
  • Tussentijdse evaluaties met de reclassering, raad voor kinderbescherming en gemeente.

De jongere verlaat de inrichting definitief; de straf of maatregels is (voorwaardelijk) beëindigd. De inrichting draagt alle informatie die relevant is over aan de reclassering en de gemeente.

 

 

Vorm van begeleiding
Word – 19,0 KB 141 downloads

Maak jouw eigen website met JouwWeb